Vol verwondering kijk ik terug op de afgelopen maanden. Het begon november 2020, mijn nieuwe huisgenoot werkt ‘s nachts en af en toe komt zijn vriendin slapen. Halverwege november staat ineens mijn buurman aan de deur. Een verlegen, introverte man, die zodra ik mijn deur of de lift  uitkom, gauw terug zijn huis instapt.

Ik ben verrast, hij klaagt over de geluiden ’s nachts, die hij sinds kort hoort. Hij kan er niet van slapen. Tikkende geluiden, geluiden van vrijende mensen, van een stoel die verschoven wordt en een deur die dicht gaat. Ik kan zijn klacht niet helemaal serieus nemen, maar beloof hem het door te geven aan mijn huisgenoot. Nog geen week later staat hij weer aan de deur. Hij signaleert geen verbetering en dreigt een klacht te melden bij de woningbouwvereniging aangaande geluidsoverlast van mijn huisgenoot. Mijn huisgenoot is bij dit tweede gesprek aanwezig en uit zijn verontwaardiging. Hij veroorzaakt geen overlast, het zijn normale leef-geluiden.

Dan komt een paar dagen later het briefje van de buurman, het is me nu wel duidelijk dat de buurman hier serieus werk van aan het maken is. Dat is natuurlijk niet iets wat ik wil.

Mijn huisgenoot en ik verplaatsen het bed, verplaatsen het eettafeltje, in de hoop dat de contact geluiden dan stoppen. Vanaf nu doet mijn huisgenoot de deur omzichtig dicht en durft niet meer in zijn kamer te vrijen met zijn vriendin. Ik schrijf een briefje naar de woningbouwvereniging en krijg per kerende post een antwoord van de afdeling woonfraude. Ik krijg geen toestemming voor kamerverhuur en binnenkort zal ik een uitnodiging ontvangen om op gesprek te komen. Ik laat dit mijn huisgenoot weten en vraag hem uit te kijken naar een andere woning. Ik schrijf de woningbouwvereniging dat ik dat mijn huisgenoot heb gezegd naar een andere woning uit te kijken en ik laat de buurman weten dat ik contact heb opgenomen met de woningbouwvereniging.

Vervolgens hoor ik maanden niets. Op 17 maart 2021 krijg ik een e-mail van de woningbouwvereniging, zij zijn, daags daarvoor, door mijn huisgenoot mijn woning binnen gelaten. Zij beloofde hem te helpen een woning te vinden als hij hun van informatie voorzag over mijn doen en laten.

Door schade en schande wordt men wijs, 
Jawel! met dien verstande,
Dat men de schade stelle op prijs, 
En God dank’ voor de schande!

Maar wie de scaê zich–zelf verheelt,
 Van schande niet wil hooren,
Wordt door de les, hem toebedeeld,
 Nog dommer dan te voren.

P.A. de Génestet (1829 – 1861)

Ik heb 22 maart een gesprek op kantoor bij de woningbouwvereniging. Als ik daar zit valt de woonfraude consulent gelijk met de deur in huis. Vrolijk lachend verteld hij mij dat ik ben uitgenodigd voor dit gesprek omdat ik woonfraude heb gepleegd en de woningbouwvereniging wil dat ik per 3 mei de huur opzeg en het huis schoon oplever. In 5 weken moet ik eruit zijn. Ik ben totaal verbouwereerd en sla helemaal dicht. Er wordt gedreigd met sancties en boetes.

En dan maak ik weer een enorme fout. Ik ga in de ontkenning. Ik kan me niet voorstellen dat ik voor het niet vragen van toestemming voor het verhuren van een kamer veroordeeld zal worden voor woonfraude en dan uit mijn huis gezet ga worden. Het gaat er bij mij echt niet in. Ook mijn omgeving geloofd niet dat je uit je huis gezet gaat worden voor zoiets. Het lijkt een draconische maatregel. Nu denk ik, “had ik maar gelijk een advocaat genomen, had ik dat briefje in december maar niet geschreven”. Er volgt een sommatie om mijn huur op te zeggen, gevolgd door een nieuwe sommatie van de advocaat van de woningbouwvereniging.

De dagvaarding die volgt, staat zo bol van de onzin, dat ik een boze brief aan de directie van de woningbouwvereniging schrijf.

Ik stapel fout op fout. De tekst van de dagvaarding maakt me woest. Zeven bladzijde over hoe sociaal bewogen de woningbouwvereniging is en hoe ik door woonfraude te plegen mensen die op de wachtlijst staan, langer laat wachten. Het blijkt achteraf de standaard tekst bij woonfraude zaken.

Ik vind het vervelend dat de woning niet meer geschikt is wegens gezinsuitbreiding. Voor ons is dit geen reden om u beide te helpen aan een andere woning. Het is da ook u eigen verantwoordelijkheid om een andere geschikte woning te vinden.

Citaat uit een brief aan degene met wie ik van woning wou tuilen. Geschreven door de woningbouwvereniging in 2014

Tot de dag van vandaag kan ik niet geloven dat mij dit overkomt. Een geluk bij een ongeluk is dat ik het door Corona zo kon schikken dat ik pas 31 januari 2022 mijn huis uit moet en verder geen boetes of proceskosten hoef te betalen.

====
Het leven is een leerproces. En zo slecht als ik dit heb aangepakt, daarmee heb ik mezelf verrast. Sinds 2012 doe ik allerlei opleidingen om een betere coach te worden. Ik heb niet het gevoel dat ik een crimineel ben of iemand kwaad heb gedaan, maar voel me wel zo behandeld.

Ik leer van deze ervaring, bijvoorbeeld door welke reacties ik me meer of minder ondersteund voel. En “och wat erg, je had toch zo een leuk huis”. Deed het minder goed als wat mijn jongste dochter zei: “Mam, ik vind het niet erg als je gaat verhuizen. Ik heb nooit van dit huis gehouden. Ik heb hier nachten huilend in mijn bed gelegen na de scheiding.

Ze verzachtte met deze woorden het verlies van mijn huis en het voelde als een soort toestemming om ergens anders te gaan wonen.

Mijn ervaring maakt dat ik nog beter leer hoe ik zelf net zo ondersteunend kan zijn als mijn eigen dochter :-).

Heb jij een luisterend oor nodig? Vul dan hieronder je email adres in, voor een gratis werkgelukgesprek.


    Wil je liever direct mailen, bellen of appen? Dat kan: 0627249972 of mailme@mailevelien.nl

    Verander je wonden in wijsheid (Oprah Winfrey)